EU IAS Regulation

  

                          

 

Context

 

WAAROM MOETEN WE INVASIEVE UITHEEMSE SOORTEN AANPAKKEN? 

Invasieve uitheemse soorten vormen een grote bedreiging voor de Europese biodiversiteit. Ze kunnen ervoor zorgen dat inheemse soorten uitsterven, en zelfs de werking van volledige ecosystemen ontwrichten. Soms is er een enorme economische impact, wanneer soorten infrastructuur beschadigen, transport belemmeren of de opbrengsten uit landbouw, bosbouw of visserij doen slinken.

Bovendien kunnen sommige soorten zowel bij mens als dier ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, waaronder allergieën en de overdracht van ziekten. Dit probleem kost de Europese economie naar schatting minstens 12 miljard euro per jaar.

Meer en meer van deze soorten komen Europa binnen en ze verspreiden zich snel. Naar verwachting zullen de kosten dus verder toenemen. Wellicht zal de klimaatverandering de effecten in de nabije toekomst nog versterken. Daar komt nog bij dat de kosten exponentieel stijgen als we de schadelijke soort niet meteen bestrijden.

DE AANPAK VAN HET PROBLEEM OP EUROPEES NIVEAU 

Invasieve uitheemse soorten houden zich niet aan landsgrenzen. Als een soort voet aan de grond krijgt in één land, kan hij door natuurlijke verspreiding of met (on)opzettelijk hulp van mensen snel oprukken naar de buurlanden. Een gebrek aan maatregelen in buurlanden kan bovendien de preventie en beheersing op nationaal niveau ondermijnen. Kortom: een Europese aanpak is onmisbaar. 

Daarom introduceerde de Europese Commissie een nieuwe wetgeving rond invasieve uitheemse soorten. Een gecoördineerd EU-kader waakt over de preventie, beperking en verzachting van de nadelige gevolgen van deze soorten.

Meer weten? Lees dan deze brochure over invasieve uitheemse soorten van de Europese Commissie.

 

 

VERORDENING

 

VOOR DE UNIE ZORGWEKKENDE SOORTEN 

De kern van de EU-Verordening betreffende invasieve uitheemse soorten (N°1143/2014) is een lijst met voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Deze lijst is dynamisch en evolueert regelmatig, met ten minste eenmaal om de zes jaar een update. Zowel de Europese Commissie als de lidstaten kunnen nieuwe soorten voordragen. Hierbij maken ze een risicobeoordeling over onder meer de introductiewijze, de kans dat de soort zich vestigt, en de impact op de biodiversiteit, gerelateerde ecosysteemdiensten, menselijke gezondheid, veiligheid en economie.

Deze risicobeoordelingen legt men voor aan het Wetenschappelijk Forum van vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap, die de lidstaten aanstelden. In België is dit een deskundige van het Belgisch Biodiversiteitsplatform. Het wetenschappelijk forum evalueert de risicobeoordeling op basis van een overeengekomen procedure en normen. Nadien buigt het IUS-comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, zich over de vraag of de voorgedragen soort voldoet aan de opnamecriteria van artikel 4.3 van de IUS-Verordening. Enkel als het IUS-comité een positief advies uitbrengt met een gekwalificeerde meerderheid is de update van de Unielijst een feit.  

Meer informatie over het proces, van voorstel tot eventuele opname van een soort op de lijst, vind je hier.

MAATREGELEN

De Europese IUS-Verordening werkt met drie soorten maatregelen om zorgwekkende soorten aan te pakken. De volgorde is hiërarchisch.

  1. Preventie. Als je kosten en baten in aanmerking neemt, is het beter om te voorkomen dat invasieve uitheemse soorten het Europese grondgebied binnenkomen, dan om nadien corrigerende maatregelen te nemen. Daarom is preventie de eerste pijler. Het gaat om maatregelen voor de routes waarmee mensen, bedoeld of onbedoeld, invasieve uitheemse soorten introduceren en verspreiden.

    De verordening verbiedt bijvoorbeeld het verhandelen, gebruiken, vervoeren, kweken of fokken, bezitten en in de natuur vrijlaten van de genoemde soorten. Uitzonderingen zijn mogelijk onder zeer strikte voorwaarden via een systeem van toelating of vergunning. Verder vereist de verordening dat elke lidstaat een uitgebreide analyse uitvoert van de mogelijke introductie- en verspreidingsroutes die voor die lidstaat van toepassing zijn, om zo prioritaire routes te identificeren. Vervolgens moeten de lidstaten actieplannen opstellen voor concrete maatregelen tegen deze introductieroutes.

  2. Vroegtijdige waarschuwing en snelle reactie. De tweede pijler is vroegtijdige detectie en snelle uitroeiing. Er zijn officiële controles waarmee men zorgwekkende soorten identificeert en opspoort bij hun aankomst in de EU. Daarnaast moeten lidstaten een surveillancesysteem opzetten om gegevens over deze soorten op hun grondgebied te verzamelen en registreren.

    De surveillance moet in staat zijn om een soort zo snel mogelijk te detecteren. Wanneer een soort uit de Unielijst voor het eerst (opnieuw) op zijn grondgebied verschijnt, moet een lidstaat dit melden aan de Europese Commissie en de andere lidstaten. De betrokken lidstaat moet onmiddellijk actie ondernemen om de soort uit te roeien. Afwijken van deze verplichting kan enkel onder bepaalde voorwaarden.

  3. Beheersing van wijdverspreide soorten. De laatste pijler gaat over reeds gevestigde en wijdverspreide soorten en richt zich op het minimaliseren van hun effecten op de biodiversiteit, de menselijke gezondheid en de economie. Elk land moet daarbij inzetten op het uitroeien, indammen of beheersen van de populaties van die gevestigde soorten, én op het herstellen van door hen beschadigde of verwoeste habitats.

Meer weten? 

Je kan de volledige tekst van de EU-Verordening betreffende invasieve uitheemse soorten (N° 1143/2014) hier raadplegen.

 

Bevoegde autoriteiten

EUROPESE UNIE

Vier organen ondersteunen de Europese Commissie bij de uitvoering van de verordening:

  • Het Comité voor invasieve uitheemse soorten (IUS-Comité) is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle lidstaten, en belast met politieke besluiten en stemmingen. Het comité helpt de Commissie om de handelingen uit de IUS-Verordening te implementeren, vooral dan de toepassing en updates van de lijst met zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Het comité neemt zijn beslissingen op basis van een gekwalificeerde meerderheid.
  • De IUS-Expertgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle lidstaten en behandelt kwesties die buiten het proces van de Unielijst vallen.
  • Het Wetenschappelijk Forum inzake IUS is samengesteld uit door de lidstaten aangewezen vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap. Het forum geeft advies over wetenschappelijke vraagstukken in verband met de uitvoering van de IUS-Verordening, en evalueert in het bijzonder de risicobeoordelingen.
  • De IUS-Werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en belanghebbenden die professioneel of hobbygewijs betrokken zijn bij de problematiek rond IUS, zoals huisdierenfederaties, hengelfederaties, jachtorganisaties en natuurbeschermingsorganisaties. Ze assisteert de Commissie en vergemakkelijkt de coördinatie met nationale en Europese belanghebbenden.